Garrigue

 

Garrigue

Tekenaar: Berlion Olivier
Scenarist: Corberand Éric
Uitgever: Dargaud

Niemand Is Veilig voor een Ontmoeting die Slecht Uitpakt. Dit is met voorsprong de slechtste albumtitel sinds het debuutalbum van Harlekijn, Olifanten Trompetten bij Dageraad, of het Vrije Vlucht-album Waarom Spoelen Blauwe Walvissen op onze Stranden aan? Een titel als Krekels Brommen in het Ochtendgloren had de reeks minstens evenveel recht aangedaan, want net hun continu gesnor kleurt deze Zuid-Franse strip. Broeiend heet is het in de Garrigue, het typische landschap van de Languedoc en de Provence. De zon weerkaatst op de direct ingekleurde pagina’s, zweet druppelt op de verdorde vegetatie. Enkel de platanen en de cipressen houden zich fier, nog rustig nageurend van de ochtenddauw. Het beloofde opnieuw een drukkende dag te worden en dan moest het lijk nog gevonden worden.

In een kamertje boven een vergeten tankstation maken twee mensen een snelle wip. De seks was lauw en ook de frisse pint in de bar geeft hen geen voldoening. Wat later komt een doorzweette man binnengeschuifeld. In zijn hand heeft hij een lege jerrycan. Benzinepech. En dan schrikt hij. Voor hem ziet hij een man die dood behoort te zijn om de simpele reden dat hij hem zelf heeft vermoord. De moordenaar vlucht in paniek weg, maar zijn springlevende slachtoffer zet de achtervolging in en schiet hem koudweg dood.

Tien jaar later maakt Martial, een gepensioneerde gendarme, de balans op van zijn leven. Zijn grote liefde is er al jaren vandoor. Sindsdien woont hij in de garage van zijn halfafgewerkte nieuwbouwwoning. Het is immers haar huis. Hij heeft er niets te zoeken behalve te wachten tot zijn Jeannine terugkomt. Zijn vrienden Frantz, Dédé en Rémi begrijpen het niet. Waarom wachten? Ach, zijn z’n vrienden nog wel zijn vrienden? Ja, ze hadden samen wat mensen opgelicht en ander onschuldig vertier gepleegd dat een dichtgeknepen oogje nodig had. Maar wat hij nu hier vond in de kelder van Rémi… dat… dat had hij nooit gedacht.

Olivier Berlion, die we nog kennen van het te vroeg onvertaald gelaten Tony Corso, verrast ons serieus met dit tweeluik. Broeierige decors, een gedreven bladschikking en vooral de sprekende open gezichten springen eruit. Bovendien is dit eindelijk nog eens een realistisch getekende strip waar de personages geen banaal overgetekende foto’s zijn. Dit is nog vakmanschap uit de oude doos. Hetzelfde geldt voor het uitstekende scenario van veelschrijver Eric Corbeyran die de plot minutieus opdeelde in een drietal flashbacks. In het begin is het even wennen aan de tijdssprongen, maar in het slotdeel van dit tweeluik, worden alle draadjes netjes opgepikt en verweven tot een intrige een Britse detective waardig. Puik werk over de hele lijn, alleen jammer van die stomme titel.

___________________________

___________________________

___________________________