De Avonturen van Kapitein Rob

 

kapitein.rob

Tekenaar: Kuhn Pieter
Scenarist: Kuhn Pieter. Werkman Evert
Uitgever : Het Volk

Kapitein Rob is de held van het strip De Avonturen van Kapitein Rob, getekend en bedacht door Pieter Kuhn (1910 – 1966) met tekst van journalist Evert Werkman (1915 – 1988), dat in 73 verhalen van 11 december 1945 tot en met 21 januari 1966 (onderbroken door twee periodes van langere duur) in de Parool – bladen is verschenen.

11 december 1945 vaart Kapitein Rob met zijn zeilschip De Vrijheid samen met zijn hond Skip uit voor zijn eerste avontuur, maar het verhaal heeft nog het karakter van een probeersel. Kuhn is een uitstekend tekenaar, maar mist de gave van het woord en krijgt daarom van Het Parool een tekstschrijver toegewezen om zijn gedachten vorm te geven. Vanaf het tweede verhaal is dat Evert Werkman en komt er meer lijn in de verhalen.

Dat tweede verhaal voert de lezer terug naar de zeventiende eeuw en Kuhn toont zich een meester in het tekenen van historische zeilschepen. De maritieme geschiedenis is een veelvuldig terugkerend decor in de avonturen van Kapitein Rob. Onder andere de zeerover Peer den Schuymer (Soliman Reis), de legendarische Vliegende Hollander, de ontdekkingsreiziger Olivier van Noort en de pionier Jan van Riebeeck figureren in deze verhalen. De geschiedenis komt niet alleen tot leven via oude scheepsjournaals waar Rob de hand op weet te leggen, maar ook door het ‘Historisch Oog’, een uitvinding die de held in staat stelt om terug in de tijd te reizen.

In het derde verhaal presenteren zich twee booswichten die het De Avonturen van Kapitein Rob gedurende zijn hele verdere stripleven lastig zullen maken: professor Lupardi en diens assistent Yoto. Met deze stripgeleerden wordt het element sciencefiction in de verhalen geïntroduceerd. Ruimtereizen en wetenschappelijke experimenten zijn er genoeg in dit genre, maar Kuhn blijkt een groot talent te hebben voor het bedenken van originele plots. Een hoogtepunt is De geheimzinnige baron Himota: professor Lupardi doet zich voor als fabrikant van koelkasten voor wetenschappelijke doeleinden waarmee het absolute nulpunt kan worden benaderd. Ze worden echter gebruikt om geleerden van naam te dematerialiseren om ze vervolgens, gematerialiseerd en wel, in zijn laboratorium te laten verschijnen om zijn opvattingen over wereldvrede aan te horen. Het misschien meest klassieke De Avonturen van Kapitein Robverhaal is Het geheim van de Bosplaat, waarin De Avonturen van Kapitein Rob, even na de Duitse capitulatie, op Terschelling een ondergrondse bunker ontdekt waarin nazi’s boze plannen smeedden, die Rob gelukkig op het nippertje wist te verijdelen.

De Avonturen van Kapitein Rob worden een succes en de boekjes van de krantenstrips die tot 1961 bij Het Parool verschijnen vinden gretig aftrek. Er is zelfs een jeugdblad gewijd aan De Avonturen van Kapitein Rob (verschenen onder verschillende namen): “Ketelbinkiekrant” (1948 – 1957; o.a. Rotterdam), “De Avonturen van Kapitein Rob’s Vrienden” (1949 – 1952; Amsterdam), “Robs Vrienden” (1952 – 1957; landelijk). Daarnaast verschijnt het blad commercieel in Nederland en België gedurende enige tijd als respectievelijk “Remia Post” en “Jeugdclub 3 Molens”. Maar ook anderen liften mee op de populariteit van de strip: de hoofdpersoon in de deeltjes 9 (“Atlantic Star”) en 10 (“Algiers”) die in 1948 in de “Panterserie”, een reeks beeldromans, zijn verschenen, is onmiskenbaar De Avonturen van Kapitein Rob. Een duidelijk geval van plagiaat door tekenaar Leen Spierenburg en tekstschrijfster Gerda Spierenburg. Belangrijk is dat de De Avonturen van Kapitein Robverhalen aansluiten bij de werkelijkheid. Locaties als Amsterdam, West – Terschelling en Tanger zijn naar de realiteit getekend. In Amsterdam b.v. hotel The Silver Dollar (O.Z. Voorburgwal 11), het kroegje De Juiste Koers (Prins Hendrikkade 93) en het keldertje van de tagrijn Ome Jan Tijms (Geldersekade 23).

De jaren vijftig was de grote tijd van Het Parool dat coryfeeën als Simon Carmiggelt (“Kronkel”), Henri Knap (“Dagboekanier”), Jeanne Roos (“Tip van Roos”) en Annie M.G. Schmidt in de gelederen had en “De Avonturen van Kapitein Rob” misstond niet in dit gezelschap van klinkende namen. Integendeel, toen Pieter Kuhn het halverwege dat decennium voor gezien hield, was het Simon Carmiggelt zelf die pleitte voor hervatting van de strip: “Het Parool zonder De Avonturen van Kapitein Rob, dat is al te grijs …”

De Avonturen van Kapitein Rob keerde terug in Het Parool om zijn belevenissen voort te zetten, hoewel de verhalen minder kwaliteit lijken te hebben dan de eerste reeks. Er was nadien nog een langere onderbreking van de strip, toen Pieter Kuhn werd geveld door een hartaanval. Een tweede hartaanval, enkele jaren later, betekende echter het definitieve einde van “De Avonturen van Kapitein Rob”.

___________________________

___________________________

___________________________