Frontlinies

 

Frontlinies

Tekenaar: Bouchet Philippe, Brada, Loyvet Pierre
Scenarist: Pécau Jean-Pierre
Uitgeverij: Daedalus

Uit ons uitgebreid 14-18-overzicht blijkt duidelijk dat heel wat stripauteurs op de oorlogskar gesprongen zijn. Aan de ene kant vinden we het niet erg dat die gruwelijke periode regelmatig onder de aandacht gebracht wordt, aan de andere kant merken we toch ook heel wat lijkenpikkerij op. Deze Frontlinies focust op de tweede keer dat Europa speelbal werd van het ego van enkele grote mogendheden en zo worden er tien sleutelmomenten uit de Tweede Wereldoorlog in evenveel albums voorgesteld. We kennen het idee achter dergelijke conceptreeksen intussen: een overkoepelend scenarist omringt zich met diverse tekenaars om zo op korte tijd een hele reeks tot bij de hunkerende lezer te krijgen. Op zich zijn we daar zeker niet vies van. Het voorkomt teleurstellingen (een reeks die ‘plots’ stopt bijvoorbeeld) en regelmatig hebben we zo al sterke albums de revue weten passeren. In Frankrijk heeft uitgeverij Delcourt er trouwens op twee jaar de hele tiendelige reeks van deze vertaalde Lignes de Front doorgejaagd. Fijn om te weten!

Toen we zagen dat Jean-Pierre Pécau de drijvende kracht achter het hele project was, maakten we niet echt een rondedansje. We zijn ooit met veel plezier aan zijn De Verborgen Geschiedenis begonnen, maar zijn ergens halverwege noodgedwongen moeten afhaken omdat we nog de ballen snapten van zijn verhaal dat echt alle richtingen uitwalste, behalve de juiste.

Ook het eerste deel van Frontlinies, Stonne, kon ons niet overtuigen. Pécau start het verhaal in 1936 bij de Olympische Spelen in Berlijn. Een zeskoppig internationaal gezelschap maakt daar goede sier en alles doet vermoeden dat zij afwisselend de hoofdrol zullen spelen in de komende episodes. Deze insteek deed ons wat denken aan pakweg een Quintett van Frank Giroud of ook wel aan de schitterende Duitse tv-serie Unsere Mütter, Unsere Väter.

Door deze uitgebreide proloog moet hij het verhaal over de Franse tankbestuurder Émile Berger (de achterflap vermeldt foutief Soubise als familienaam) jammer genoeg nogal snel afraffelen en dat komt de continuïteit zeker niet ten goede.

Het tweede deel, Adlertag, zit wel goed. Niet alleen verkiezen we de tekeningen van Benoît Dellac boven die van Brada, het verhaal vertoont ook een stuk meer samenhang. Deze keer staat vooral de Engelse piloot Tim Page centraal en op het einde krijgen we nog een minidossier over de Luftwaffe en de RAF.

Kortom, na een ietwat pruttelende start blijkt deze Frontlinies toch voldoende body te hebben om uit te groeien tot een sterke reeks. We kijken al uit naar de volgende delen die zich onder meer in Libië, Kreta en Malta zullen afspelen. Virtuele kruitdamp, geschiedenis en een beetje aardrijkskunde: er zijn slechtere combinaties!

___________________________

___________________________

___________________________