Carthago

 

Carthago

Tekenaar: Henninot Eric, Jovanovic Milan
Scenarist: Bec Christophe
Uitgever : Daedalus

Begin dit jaar was het nog van dattum. Een kleine prehistorische haaiensoort werd ontdekt in de Japanse diepzee. De grote kraakvis mag ons persoonlijk komen halen als de diepste krochten van de oceanen niet nog meer van die bangelijke monsters verbergen. En ja, waarom geen megalodon, de reusachtige voorvader van de beruchte witte haai? Dit was ook het uitgangspunt van Steve Altens cultboek Meg, Primal Waters. Natuurlijk hebben we, als Jaws-fanaten van het eerste uur, nu al ons plaatsje gereserveerd voor de op til staande filmadaptatie door wervelwind Jan De Bont (Speed, Twister,…).

Ongetwijfeld kijkt ook Frankrijks nieuwe topscenarist Christophe Bec uit naar deze blockbuster. Met Carthago warmt hij ons alvast flink op. Een boorplatform ontdekt per toeval een enorme ondergrondse diepzeegrot waar de tijd heeft stilgestaan. Uit financiële overwegingen houdt de gasmaatschappij Carthago deze ontdekking jarenlang geheim tot een radicale milieuvereniging Adome getipt wordt. De knappe oceanologe Kim Melville wordt in een batiscaafje gestopt en mag de reis in de tijd aanvatten. Al snel botst ze op een Liopleurodon, een uit de kluiten gewassen neef van het monster van Loch Ness. Maar het Adome-team wil per se bewijzen vinden van de megalodon, de T-Rex van de diepzee.

Carthago heeft alle basisingrediënten om uit te groeien tot een absoluut wangedrocht, maar Bec maakt er iets schitterends van. Voortdurend balanceert zijn scenario tussen fantasy (de overdreven lengte van de megalodon) en waarheid (inderdaad, de tanden zijn voor een habbekrats te koop op e-Bay). In tegenstelling tot bijvoorbeeld het themaverwante Imago Mundi word je hier als lezer niet bij het handje genomen. Als een schaakmeester plaatst de Fransman voorzichtig zijn levende personages op het spelbord, nauwelijks iets van hun intrigerende bedoelingen verklarend. Treiterend laat hij het spel beginnen. Spielberg-gewijs bouwt Bec gedurende vijf à zes bladzijden de spanning op om dan met een cliffhanger weg te zappen naar een andere scène. Beproevend, een enkele keer irritant maar bovenal superefficiënt. De vlotgeschreven lappen tekst worden bovendien heel mooi geneutraliseerd door de beklijvende detaillistische tekeningen van Eric Henninot die ons wat doen denken aan Névé van de jonge Emmanuel Lepage. Als absolute kers op de taart is er de magnifieke inkleuring van Delphine Rieu die De Aquanauten al realistisch liet duiken in de peilloze zwarte oceaan.

We kunnen alleen maar bidden dat dit trio voor de volgende zeven delen deze kwaliteit kan en wil aanhouden. Amen.

___________________________

___________________________

___________________________